Bij ongeveer 10% van de vrouwen met eierstokkanker wordt dit veroorzaakt door een erfelijke aanleg. Een erfelijke aanleg betekent een groter risico om deze soort kanker te krijgen. Om meer te begrijpen over erfelijkheid, is het goed om te weten wat DNA en genen zijn.

Wat is DNA?

DNA zit in iedere cel van het lichaam en bevat informatie (genetische code) voor alle erfelijke eigenschappen. Een gen is een stukje DNA. Elk gen bepaalt mede hoe u er uit ziet (bijvoorbeeld de kleur van uw ogen) en hoe uw lichaam werkt. In het DNA kunnen afwijkingen ontstaan. Zo’n afwijking heet een mutatie. Een mutatie kan de functie van een gen veranderen. Verschillende genen kunnen kanker veroorzaken als daarin een mutatie aanwezig is. Bij eierstokkanker gaat het om mutaties in onder andere het BRCA1- of BRCA2-gen. Een mutatie kan zowel spontaan ontstaan als aangeboren zijn. Aangeboren mutaties komen meestal van één van de ouders. Er is dan sprake van een erfelijke aanleg.  De aanleg voor een ziekte kan dan worden doorgeven aan de volgende generatie (zowel aan meisjes als aan jongens). 

 

Iedere vrouw met eierstokkanker komt in aanmerking voor erfelijkheidsonderzoek. Er wordt dan onderzoek gedaan naar het DNA in de cellen van de eierstokkanker om te kijken of er mutaties aanwezig zijn, deze test wordt ook wel een tumor DNA-test genoemd. Deze test wordt gedaan op weefsel dat tijdens een operatie is afgenomen.


De uitslag van deze test geeft antwoord op twee vragen:

  • Is de eierstokkanker mogelijk gevoelig voor een specifiek soort medicijn? (voor therapiekeuze) 
  • Is er een verhoogd risico op erfelijke aanleg? (voor gevolgen familie)